De rentes in de VS en Europa kunnen verder stijgen, maar op korte termijn gaat het nog niet heel hard, verwacht Michael Nabarro van ABN Amro.

Het zal weinig volgers van de beurs ontgaan zijn dat we al geruime tijd onder aanzienlijke invloed van de centrale banken staan. Hoewel de rentes in de VS en Europa al sinds de jaren 1980 dalen, zijn de huidige extreem lage niveaus een gevolg van het ruime monetaire beleid dat werd ingezet na het losbarsten van de financiële crisis in 2008. Dit alles natuurlijk om een financieel Armageddon af te wenden en de veel geplaagde financiële sector en de periferie in Europa een helpende hand toe te steken. Het miste zijn uitwerking niet!

Het gevolg was dat de aandelenmarkten, vooral in de VS, sinds 2009 een imposant herstel toonden, maar ook de obligaties van de zogenaamde veilige landen naar recordhoogtes konden stijgen. Langzamerhand zien we de rust in de periferie terugkeren en is de ‘spread’ (rentesverschil, red) tussen de 10 jaarsrente in Duitsland en bijvoorbeeld Spanje of Italië sinds 2012 weer flink aan het dalen.

Hoewel renteverschillen tussen de eurolanden nog relatief groot zijn, suggereert de huidige trend dat beleggers de risico’s in Europa lager inschatten. Echter, de keerzijde is dat de steun van centrale banken ook een keer moet worden afgebouwd en de economie weer op eigen benen moeten kunnen staan. Dit moment lijkt in de VS voor de deur te staan.

In Europa is het een ander verhaal. Uiteindelijk zal ook de Europese Centrale Bank het huidige verruimende beleid willen afbouwen, maar het huidige economisch herstel lijkt nog te fragiel om nu al een afbouw van stimulering aan te kunnen. De centrale banken staan dus voor de enorme uitdaging om hun exit-strategieën niet alleen goed te coördineren maar ook goed te communiceren.

Centrale banken: VS wil monetaire steun afbouwen

Het voornemen van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, om binnenkort te beginnen met het terugschroeven van de aankoopprogramma’s voor obligatieleningen – waardoor rentes laag blijven – heeft voor flinke koerssprongen in de obligatierente geleid. In combinatie met betere cijfers over de wereldwijde economische groei, doen beleggers massaal langlopende obligaties van de hand.

De oplopende rentes, vooral die met een langere looptijd, maken veel marktparticipanten nerveus. Vooral de snelheid waarmee de rentes oplopen baart zorgen, met als gevolg dat aandelenbeleggers winsten veilig stellen en de toonaangevende aandelenindices een stap terug moeten doen. Vooral de rentestijgingen in Duitsland en de VS zijn aanzienlijk en dat zorgt ervoor dat zowel de euro als de dollar flink oplopen ten opzichte van andere valuta.

Ik houd er rekening mee dat beleidsmakers het huidige tempo van de stijging zullen trachten te stabiliseren. Dit om het huidige prille mondiale economische herstel niet direct te laten ontsporen.

Echter, op de langere termijn, naarmate de economie aan kracht wint en beëindiging van het stimuleringsbeleid dichterbij komt, is het waarschijnlijk dat de rente langzaam verder oploopt.

In deze bijdrage zal ik dan ook stilstaan bij de ontwikkeling van de rentemarkten in de VS een Europa. Dit vanuit een technische optiek waarbij ik langere termijn grafieken zal gebruiken om zo ook de recente stijgingen in perspectief te brengen.

Rente VS: kort en lang

Om te beginnen behandel ik de 2-jaarsrente van de Amerikaanse overheid. Dit omdat er aanzienlijke verschillen zijn tussen rentetarieven met een kortere en langere looptijd.

Wat hier speelt is dat centrale banken op de korte termijn de rente nog niet de rente willen verhogen, maar op de langere termijn (geleidelijk) wel. Bovendien hebben de rentestijgingen in beginsel grotere gevolgen voor de obligaties met een langere looptijd.

Hieronder de grafiek van de 2-jaarsrente in de VS sinds 1998. Hoewel de korte rente in de VS behoorlijk bewegelijk is, zien we duidelijk dat vanaf 2009 die bewegelijkheid maar één kant op ging: omlaag.

(klik op grafiek voor uitvergroting)

tweejaarsrente vs

In 2011 bereikte we dieptepunt op 0,145 procent en sindsdien is een duidelijk zijwaarts verloop te zien waarbij de 0,40 procent vooralsnog als weerstand fungeert.

We zien dus ook hoe laag de huidige rente staat. Zelfs als deze oploopt naar de 1,2 procent of 1,4 procent, is dit nog steeds relatief erg laag. Ik ga ervan uit dat het een kwestie van tijd is voordat het niveau van 0,40 procent sneuvelt en rente zal oplopen richting de 1,2 tot 1,4 procent. Als we bij deze niveaus zijn aanbeland, wordt het tijd voor een nieuwe analyse van de ontwikkeling van de kortlopende rente.

Rente 10 jaar VS

Hieronder de 10-jaarsrente in de VS sinds eind jaren 1980. Dit omdat er sinds deze periode een mooie duidelijk dalende trend is waar te nemen. We zien hier duidelijk dat de rente sinds 2012 in absolute zin harder stijgt en inmiddels de 3 procent benadert.

(klik op grafiek voor uitvergroting)

rente vs 10 jaar

Hoewel de lange termijn-trend nog steeds dalende is zolang we onder de 3,8 tot 4 procent noteren, is er op de korte termijn een tegenbeweging ingezet die waarschijnlijk in de loop van tijd deze belangrijke weerstandszone gaat opzoeken.

Inmiddels is de dalende trendlijn sinds 2007 opwaarts doorbroken en is er op de kortere termijn een proces van hogere toppen en bodems waarneembaar. Echter, indien de huidige hellingshoek aanhoudt, zouden we voor het eind van jaar al op deze niveaus staan. Dit lijkt onwaarschijnlijk en ik verwacht een stabilisatie, waarbij een hellingshoek wordt gevonden die duurzamer zal zijn.

De rente zou de oude weerstand op 2,4 procent opnieuw kunnen testen. Echter, gedurende 2014 lijkt een verdere oplopende rente het meest waarschijnlijk.

Rente Duitsland: twee jaar

Hieronder de tweejaarsrente in Duitsland. Er zijn natuurlijk veel overeenkomsten met het verloop van de rente in de VS, maar vooral de bijzondere koersuitslagen gedurende 2007 en 2008 vallen op. Ook bijzonder was de negatieve rente die we gedurende 2012 gezien hebben (veilige haven-effect).

(klik op grafiek voor uitvergroting)

rente duitsland 2 jaar

We zien de afgelopen twee jaar rond het nulpunt een stabilisatie. Vooralsnog ligt de 0,25 tot 0,30 procent barrière boven de markt, maar ik verwacht dat het ook hier een kwestie van tijd is voordat deze wordt gekraakt.

Het zou wel iets langer kunnen duren dan in de VS, omdat de economie daar sneller aanleiding kan geven voor een verhoging van de rentetarieven dan in Europa. Mocht dit plaatsvinden, lijkt een beweging richting circa twee procent waarschijnlijk.

Duitse rente 10 jaar

Zoals in de VS zien we ook in Duitsland de rente op de langere termijn in absolute zin sneller oplopen. Recentelijk is de weerstandszone op 1,65 tot 1,75 procent opwaarts doorbroken en lijkt de rente verder te kunnen stijgen richting de 2 tot 2,4 procent.

(klik op grafiek voor uitvergroting)

duitse rente 10 jaar

Echter, indien de huidige hellingshoek intact blijft, zal de koers dit niveau al voor het eind van het jaar bereiken. Hoewel dit niet onmogelijk is, lijkt het wel onwaarschijnlijk. Een consolidatie of correctie zal in mijn optiek alleen de hellingshoek duurzamer maken.

Uiteindelijk verwacht ik wel hogere rentetarieven.

Rentestijging vlakt tijdelijk af

Samenvattend lijkt een stabilisatie van de stijging van de rente, vooral die met een langere looptijd, op de korte termijn waarschijnlijk. Zelfs zonder grafiek zal het duidelijk zijn dat een te snel oplopende rente het huidige economische herstel behoorlijk kan schaden.

Indien de financieringskosten voor landen, bedrijven en particulieren in deze fase te snel oplopen, zal dit een negatief effect hebben op de economische groei en de eerdere problemen wederom op het menu zetten.

Ik verwacht dat de beleidmakers alles zullen doen om het huidige herstel te koesteren en op koers te houden. Uiteindelijk verwacht ik wel dat op de langere termijn, naarmate de economie aan kracht wint en beëindiging van het stimuleringsbeleid dichterbij komt, het waarschijnlijk is dat de rente langzaam verder oploopt.

Aandelen blijven het beste alternatief

Hoewel de renteniveaus in relatieve zin nog erg laag staan, zullen de verwachte stijgingen toch een aanzienlijke invloed op de financiële markten hebben. In eerste instantie zullen obligatiebeleggers het na dertig mooie jaren een stuk moeilijker krijgen om geld te verdienen in een klimaat waarbij de rente oploopt.

Indien dit de marktconsensus wordt, zullen vele partijen deze beleggingscategorie gaan onderwegen. Aangezien de huidige korte rente nog erg laag staat en gecorrigeerd voor inflatie zelfs negatief is, zullen de opbrengsten van de verkoop van deze obligaties in eerste instantie nog niet ten goede van liquiditeiten komen.

Het beste alternatief blijft vooralsnog aandelen. Tevens zal een gematigde oplopende rente in eerste instantie ook goed voor aandelen zijn zolang het gepaard gaat met economische groei. Uiteindelijk zal er een punt komen dat liquiditeiten weer een serieuze concurrentie gaat bieden of dat de obligatierentes op niveaus komen waarbij beleggers, gecorrigeerd voor het risico, deze beleggingscategorie weer interessant gaan vinden. Maar zover is het nog niet!

Vooralsnog lijken aandelen betere perspectieven te bieden dan obligaties en liquiditeiten. Hoe de technische plaatjes op de toonaangevende aandelenindices erbij liggen, zal ik de eerst volgende column behandelen.

Michael Nabarro is Investment Manager, Private Trading bij ABN Amro MeesPierson Private Banking . Michael’s financiële carrière begon in 1989 en sindsdien is hij actief betrokken bij het adviseren van particuliere en professionele relaties, voornamelijk partijen met een actieve beleggingsstijl. Zijn columns zijn niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. Voor meer informatie zie: Technische Analyse bij ABN Amro.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl